RvdW 2000, 79
Dagvaarding; nietigheid; herstel gebrek; benadeling in de verdediging.
HR 17-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5168
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 maart 2000
- Magistraten
Mijnssen, Jansen, Van der Putt-Lauwers, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
C98/221HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AA5168
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5168, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2000
- Wetingang
Essentie
Dagvaarding; nietigheid; herstel gebrek; benadeling in de verdediging.
Van benadeling in zijn verdediging in de zin van art. 94 lid 1 Rv. is slechts sprake indien het gebrek in de dagvaarding (in casu ontbrak een pagina) van dien aard is dat de gedaagde dientengevolge wordt bemoeilijkt in zijn verweer. Voor beoordeling van de vraag of zich zulk een geval voordeed mocht Rechtbank acht slaan op feit dat volledige dagvaarding inmiddels bij een incidentele conclusie in het geding was gebracht, waarna een herstel bij een aanvullend exploit als bedoeld in art. 94 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.