NJ 2000, 471
Arbeidsovereenkomst. Suppletieregeling ziekteverzuim en Wet Terugdringing Ziekteverzuim. Derogerende werking redelijkheid en billijkheid: maatstaf.
HR 25-02-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4942, m.nt. A.R. Bloembergen (Frans Maas)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 februari 2000
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Fleers, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
C98/217HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
A.R. Bloembergen
- LJN
AA4942
- Roepnaam
Frans Maas
- JCDI
JCDI:ADS52340:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4942, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4942, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑02‑2000
- Wetingang
BW art. 6:248
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Suppletieregeling ziekteverzuim en Wet Terugdringing Ziekteverzuim. Derogerende werking redelijkheid en billijkheid: maatstaf.
Rechtbank heeft onjuiste maatstaf aangelegd bij beantwoording van vraag of werkgever in verband met de inwerkingtreding van de Wet Terugdringing Ziekteverzuim was toegestaan op grond van art. 6:248 lid 2 BW (derogerende werking redelijkheid en billijkheid) eenzijdig de ‘suppletieregeling’ te wijzigen (inhoudende dat bij ziekte vanaf eerste dag ziekengeld tot 100% nettoloon wordt aangevuld) door te oordelen dat het ‘niet redelijk’ is dat de werkgever de suppletieregeling ongewijzigd in stand zou moeten laten; ‘niet redelijk’ vormt andere maatstaf dan terughoudender ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.