NJ 2001, 137
Voorlopig getuigenverhoor i.v.m. te voeren geding voor bestuursrechter
HR 11-02-2000, ECLI:NL:PHR:2000:ZC3132, m.nt. W.D.H. Asser
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 februari 2000
- Magistraten
Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
R99/063HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- Noot
W.D.H. Asser
- LJN
ZC3132
- JCDI
JCDI:ADS157863:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:ZC3132, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑02‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:ZC3132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2000
- Wetingang
GW art. 121; Rv (oud) art. 59; Rv (oud) art. 214
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor i.v.m. te voeren geding voor bestuursrechter?
Cassatieberoep tegen 's Hofs oordeel dat voorlopig getuigenverhoor is bedoeld ter voorbereiding van een (eventueel) geding voor de burgerlijke rechter en derhalve niet is toegestaan in verband met een te voeren geding voor de bestuursrechter. Het middel faalt, aangezien het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven.
Samenvatting
Verzoekers hebben zich gewend tot de Rechtbank en verzocht een voorlopig getuigenverhoor te gelasten ten behoeve van door hen tegen de Staat aangespannen procedures ter verkrijging van een verblijfsvergunning. De Rechtbank heeft verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek. Het Hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.