RvdW 2000, 43
Faillissementspauliana: vermoeden van wetenschap van benadeling; opeisbaarheid; betaling door derde.
HR 04-02-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4726 (Van Zwol Wijntjes/Scholten)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2000
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Fleers, De Savornin Lohman, Hammerstein
- Zaaknummer
C98/175HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA4726
- Roepnaam
Van Zwol Wijntjes/Scholten
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4726, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4726, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2000
- Wetingang
Essentie
Faillissementspauliana: vermoeden van wetenschap van benadeling; opeisbaarheid; betaling door derde.
Art. 43F. is een uitzonderingsbepaling die niet ruim mag worden uitgelegd. Waar art. 43 lid 1 onder 2 F. spreekt van ‘rechtshandelingen ter voldoening of zekerheidstelling voor een niet opeisbare schuld’ hebben de woorden ‘een niet opeisbare schuld’ niet betrekking op een schuld die opeisbaar is in de zin dat de schuldeiser terstond voldoening daarvan door de debiteur van die schuld kan vorderen maar waarvan hij niet voldoening door de in art. 43 lid 1 aanhef bedoelde ‘schuldenaar’ (de latere failliet) kan vorderen omdat deze niet de debiteur van die schuld is. Beantwoording van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.