RvdW 2000, 42
EEX, art. 5 sub 1: ambtshalve toepassing; i.v.m. art. 10 WAMN vragen van uitleg aan Hof van Justitie.
HR 04-02-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AG7697
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2000
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman, Hammerstein
- Zaaknummer
C98/053HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AG7697
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AG7697, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AG7697, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2000
- Wetingang
Essentie
EEX, art. 5 sub 1: ambtshalve toepassing; i.v.m. art. 10 WAMN vragen van uitleg aan Hof van Justitie.
Binnen de grenzen van het materiële en formele toepassingsgebied van het EEX is de in dit verdrag vervatte bevoegdheidsregeling dwingend en uitputtend zodat bij formele en materiële toepasselijkheid ambtshalve moet worden onderzocht of de rechter krachtens het EEX bevoegd is van de vordering kennis te nemen. Hoge Raad stelt aan Hof van Justitie vragen van uitlegging van art. 5 sub 1 EEX waaronder met name deze of arbeid, op het Nederlandse gedeelte van het continentaal plat onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.