WOR. Opheffing waterschap. Mede-ondernemer in zin van WOR.

Documentgegevens:

HR 26-01-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4734

Instantie: Hoge Raad
Datum: 26 januari 2000
Magistraten: Jansen, Van Brunschot, Hammerstein, Van Amersfoort, Lourens
Zaaknummer: OK79
Conclusie: A-G i.b.d. Moltmaker
LJN: AA4734
JCDI: JCDI:ADS157587:1
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2000:AA4734, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2000
Wetingang: Waterschapswet art. 3; Waterschapswet art. 4; Waterschapswet art. 5; WOR art. 23; WOR art. 25; WOR art. 26; WOR art. 46d

Essentie

Ondernemingskamer Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat de Provincie over het ontwerpbesluit tot opheffing van het waterschap — in overleg met het betrokken waterschap — aan de ondernemingsraad daarvan advies had moeten vragen. Om een ander dan de ondernemer die de ondernemingsraad heeft ingesteld, naast die ondernemer als mede-ondernemer te kunnen aanmerken is nodig dat feiten en omstandigheden worden gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit volgt dat die ander t.o.v. de desbetreffende onderneming een positie inneemt die hem stelselmatig een zodanige invloed op de besluitvorming binnen de onderneming verschaft dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.