RvdW 2000, 23
Arbeidsovereenkomst. Beding houdende afstand aanspraak op betaling niet-genoten vakantiedagen nietig? Uitleg.
HR 14-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4280 (Bouwman/RIB,Bouwman/RVB)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 2000
- Magistraten
Mijnssen, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman, Kop
- Zaaknummer
C98/277HR
- Conclusie
A-G Spier)
- LJN
AA4280
- Roepnaam
Bouwman/RIB
Bouwman/RVB
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4280, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4280, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2000
- Wetingang
BW art. 7:641; BW art. 7:645; BW art. 7A:1638ii (oud); BW art. 7A:1638mm (oud)
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Beding houdende afstand aanspraak op betaling niet-genoten vakantiedagen nietig? Uitleg.
Een beding inhoudende afstand van de aanspraak op betaling van niet-genoten vakantiedagen, is volgens art. 7A:1638mm (oud) BW slechts nietig wanneer daarvan wordt afgeweken ‘ten nadele van de arbeider’. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft oordeel rechtbank dat de bestreden afstand in het licht van de tussen partijen overeengekomen ‘package-deal’ niet in het nadeel van de werknemer was en dat de overeenkomst niet anders kan worden uitgelegd dan dat werknemer afstand heeft gedaan van zijn aanvankelijke aanspraak op uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen; nu werknemer niets ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.