RvdW 2000, 6
Onrechtmatige overheidsdaad; onrechtmatig besluit en toerekenbaarheid. In bestuurlijke voorprocedure gemaakte kosten rechtsbijstand
HR 17-12-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA3879 (Castricum/Fatels)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 december 1999
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
C98/130HR
- Conclusie
plv. P-G Mok)
- LJN
AA3879
- Roepnaam
Castricum/Fatels
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bestuursprocesrecht / Beroep
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3879, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA3879, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑1999
- Wetingang
BW art. 6:96; BW art. 6:162; AWB art. 8:75
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; onrechtmatig besluit en toerekenbaarheid. In bestuurlijke voorprocedure gemaakte kosten rechtsbijstand.
Het besluit van de gemeente berust op een onjuiste uitleg van de wet en is derhalve onrechtmatig. Een zodanig onrechtmatig handelen moet steeds aan het betrokken overheidsorgaan worden toegerekend. Kosten van juridische bijstand komen in een geval als het onderhavige ook voorzover die kosten gemaakt zijn in de bezwaarfase, op grond van art. 6:96 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking indien zowel het inroepen van die bijstand als de kosten daarvan redelijk zijn. De omstandigheid dat in de geschiedenis van de totstandkoming van art. 8:75 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.