NJ 2000, 329
Alimentatie: behoefte, interen op vermogen, pensioenvoorziening. Waardering bewijs en geloofwaardigheid stellingen
HR 26-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AD3115
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 november 1999
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Jansen, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
R98/179HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AD3115
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AD3115, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AD3115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 1:157
Essentie
Alimentatie: behoefte, interen op vermogen, pensioenvoorziening. Waardering van bewijs en van geloofwaardigheid stellingen.
's Hofs oordeel dat vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar vermogen niet hoger is dan ƒ 500 000 berust op een aan de feitenrechter voorbehouden waardering van het bewijsmateriaal en van de geloofwaardigheid van de stellingen van partijen. In het licht van het debat in hoger beroep is niet onbegrijpelijk 's hofs oordeel dat het niet redelijk is, nu de vrouw anders dan de man niet over een pensioenvoorziening beschikt, van de vrouw te vergen thans op haar vermogen in te teren door een deel daarvan aan te wenden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.