NJ 2000, 210
Arbeidsovereenkomst. Ontbindingsprocedure. Appèlverbod: treden buiten toepassingsgebied/schending van fundamenteel rechtsbeginsel. 6 en 7 EVRM.
HR 26-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZC3037, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 november 1999
- Magistraten
Neleman, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/165HR
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
P.A. Stein
- LJN
ZC3037
- JCDI
JCDI:ADS157986:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC3037, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZC3037, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 7:685; EVRM art. 6; EVRM art. 7
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontbindingsprocedure. Appèlverbod: treden buiten toepassingsgebied/schending van fundamenteel rechtsbeginsel. Art. 6 en 7 EVRM.
Appèlverbod in casu niet doorbroken: de Rechtbank heeft terecht geoordeeld dat rechter die een arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht ontbindt, daarmee niet treedt buiten het toepassingsgebied van (thans) art. 7:685 BW; de Rechtbank is voorts terecht ervan uitgegaan dat het appèlverbod van art. 7:685 lid 11 BW slechts wordt doorbroken ingeval sprake is van een schending van een zo fundamenteel beginsel van behoorlijke rechtspleging dat geen sprake is van een eerlijke en onpartijdige behandeling. Art. 7 EVRM heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.