NJ 2000, 117
Vordering tot nakoming; geen schadebeperkingsplicht.
HR 19-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA1063 (Van Leeuwen/Van der Kaaij)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 1999
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/119HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA1063
- Roepnaam
Van Leeuwen/Van der Kaaij
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA1063, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA1063, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 6:101; BW art. 7A:1631
Essentie
Vordering tot nakoming; geen schadebeperkingsplicht.
Het bepaalde in art. 6:101 BW (schadebeperkingsplicht) is uitsluitend van toepassing op vorderingen tot schadevergoeding.
Samenvatting
Verhuurder vordert betaling van de huursom tot de datum waarop de huurovereenkomst is geëindigd. De rechtbank wijst slechts een deel van de vordering toe.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst tot 1 sept. 1994 is blijven doorlopen en dat verhuurder derhalve in beginsel recht heeft op betaling van de huurpenningen tot die datum. Vervolgens is de rechtbank kennelijk uitgegaan van de opvatting dat degene die nakoming van een contractuele verplichting verlangt, geen volledige nakoming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.