AB 2000, 387
Gemeentelijke herindeling; verwijt gemeente Tegelen dat overleg met GS van Limburg voorafgaand aan Statenvoorstel geen ‘open’ karakter zou hebben gedragen; burgerlijke rechter wel bevoegd; beoordeling van de klacht stuit af op het in art. 120 Gw neergelegde toetsingsverbod
HR 19-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA1056, m.nt. Th.G. Drupsteen (Tegelen/Limburg)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 1999
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Fleers, Kop
- Zaaknummer
C98/096HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- Noot
Th.G. Drupsteen
- LJN
AA1056
- Roepnaam
Tegelen/Limburg
- JCDI
JCDI:ADS60552:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA1056, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑1999
- Wetingang
GW art. 112 lid 1; GW art. 120; Gem.w art. 285 lid 1; Gem.w art. 285 lid 2; Wet ARHI art. 2
Essentie
Gemeentelijke herindeling; verwijt gemeente Tegelen dat overleg met GS van Limburg voorafgaand aan Statenvoorstel geen ‘open’ karakter zou hebben gedragen; burgerlijke rechter wel bevoegd; beoordeling van de klacht stuit af op het in art. 120 Gw neergelegde toetsingsverbod.
Samenvatting
Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat de gemeente aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd dat de provincie jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld, zodat de burgerlijke rechter op grond van art. 112 Gw bevoegd is daarvan kennis te nemen. Ten aanzien van de vraag of de vordering toewijsbaar is overweegt de Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.