JAR 1999, 274
HR, 12-11-1999, nr. C98/055HR
HR 12-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AG2328
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 november 1999
- Magistraten
Mrs Herrmann, Van der Putt-Lauwers en Fleers
- Zaaknummer
C98/055HR
- LJN
AG2328
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AG2328, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AG2328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 7:685; BW (oud) art. 7A:1639o
Samenvatting
Een werkneemster met een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar (salaris ƒ 3.790,‒ per maand) wordt voor het einde van het dienstverband op staande voet ontslagen. De werkneemster heeft zonder toestemming materiaal van haar werkgever, die cliënten voorbereidt op af te nemen psychologische tests, mee naar huis genomen en fotokopieën gemaakt van zijn gehele knowhow. De werkneemster roept de nietigheid in en vordert doorbetaling van loon. De werkgever vordert in reconventie de gefixeerde schadevergoeding ex art. 1639o lid 4 jo art. 1639r BW (oud) van ƒ 1.895,‒ en een boete van ƒ 1.000,‒ wegens overtreding van het geheimhoudingsbeding. De kantonrechter verklaart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.