RvdW 1999, 157
Arubaanse zaak / concordantiebeginsel: verbod opzegging arbeidsovereenkomst gedurende zwangerschap / art. 1615h lid 2 BWA (verbod opzegging tijdens ziekte): ratio / bewijs niet ter zake dienende
HR 29-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA1488
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 oktober 1999
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Heemskerk, Fleers, Kop
- Zaaknummer
R98/056HR
- Conclusie
A-G Spier)
- LJN
AA1488
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA1488, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑10‑1999
- Wetingang
BW art. 7:670 lid 4; BW art. 1639h lid 4 (oud); BW (Aruba) art. 1615h lid 2; Statuut art. 39 lid 1
Essentie
Arubaanse zaak. Concordantiebeginsel: verbod opzegging arbeidsovereenkomst gedurende zwangerschap. Art. 1615h lid 2 BWA (verbod opzegging tijdens ziekte): ratio. Bewijs niet ter zake dienende.
Het ‘condordantiebeginsel’ houdt in dat onder meer het burgerlijk recht in de drie landen van het Koninkrijk ‘zoveel mogelijk’ op overeenkomstige wijze wordt geregeld. Het hof heeft niet blijk gegeven van een onjuiste opvatting omtrent de reikwijdte van dit beginsel door te oordelen dat het in Nederland ingevoerde verbod van opzegging gedurende de zwangerschap geen geldend Arubaans recht is. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat werkneemster door de opzegging niet is getroffen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.