JAR 1999, 255
HR, 29-10-1999, nr. C98/099HR
HR 29-10-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AG2542
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 oktober 1999
- Magistraten
Mrs Mijnssen, Herrmann, Fleers, De Savornin Lohman en Kop
- Zaaknummer
C98/099HR
- LJN
AG2542
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AG2542, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑10‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AG2542, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑1999
- Wetingang
EVRM art. 8
Samenvatting
Een werknemer, vijf jaar in dienst van een koeriersdienst, wordt geschorst zonder behoud van loon wegens vertrouwensbreuk in verband met het verzwijgen van zijn strafrechterlijk verleden. De werknemer is gedurende zijn dienstverband veroordeeld wegens bijstandsfraude. De kantonrechter en de rechtbank achten de schorsing terecht, wijzen de vordering tewerkstelling af en veroordelen de werkgever tot doorbetaling van loon. In cassatie overweegt het OM dat gezien de complexiteit van de problematiek een concreet oordeel nauw verweven zal zijn met de beoordeling van de feiten. Een werkgever is vrij om te vragen naar het verleden van een werknemer, ook naar het strafrechtelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.