NJ 1999, 823
Uitleg overeenkomst; bewoordingen van de overeenkomst / passeren bewijsaanbod
HR 29-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA1484
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 oktober 1999
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
C98/097HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AA1484
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA1484, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑10‑1999
- Wetingang
BW art. 3:35; BW art. 6:217; Rv (oud) art. 192
Essentie
Uitleg overeenkomst; bewoordingen van de overeenkomst. Passeren bewijsaanbod.
De bewoordingen van de overeenkomst wijzen zozeer op de verlening van een voorkeursrecht, niet van een koopoptie, dat het hof in zijn motiveringsplicht is tekortgeschoten door niet aan te geven waarom het zich desondanks heeft verenigd met oordeel president dat van een koopoptie sprake was. Hof heeft bewijsaanbod onbesproken gelaten en aldus onvoldoende inzicht gegeven in gedachtengang.
Samenvatting
Huurovereenkomst perceel bepaalt dat indien verhuurster aanleiding ziet over te gaan tot verkoop — anders dan voor de aanleg van verkeerswerken — van het verhuurde, huurster de eerstgerechtigde is tot aankoop. Geruime ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.