NJ 2001, 42
Verschoningsrecht vertrouwensarts BVA in relatie ‘niet-professionele melders’. Medisch beroepsgeheim: 88 Wet BIG. Functioneel beroepsgeheim.
HR 15-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3797, m.nt. F.C.B. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 1999
- Magistraten
Martens, Heemskerk, Herrmann, Fleers, Kop
- Zaaknummer
R98/136HR; LJN AA3797
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
F.C.B. van Wijmen
- LJN
AA3797
- JCDI
JCDI:ADS63968:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3797, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑1999
- Wetingang
Essentie
Verschoningsrecht vertrouwensarts BVA in relatie ‘niet-professionele melders’. Medisch beroepsgeheim: art. 88 Wet BIG. Functioneel beroepsgeheim.
De vertrouwensarts van een Bureau Vertrouwensartsen is terzake van hetgeen hem uit hoofde van zijn beroep door ‘niet-professionele melders’ is toevertrouwd niet gebonden aan het medisch beroepsgeheim van art. 88 BIG en kan zich derhalve evenmin beroepen op het daarop te baseren verschoningsrecht. De vertrouwensarts BVA oefent immers in zijn relatie tot de niet-professionele melders niet — zoals art. 88 Wet BIG voorschrijft — een beroep uit op het gebied van de individuele gezondheidszorg als bedoeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.