NJ 1999, 783
Wet limitering na scheiding; overgangsrecht; uitleg echtscheidingsconvenant
HR 15-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2990
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 oktober 1999
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
R98/099HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2990
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2990, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑10‑1999
- Wetingang
BW art. 1:157
Essentie
Wet limitering na scheiding; overgangsrecht; uitleg echtscheidingsconvenant.
De wettelijke limiteringsregeling houdt in dat uitkeringen tot levensonderhoud in beginsel gebonden zijn aan een maximum duur van 12 jaren voor ‘nieuwe gevallen’ en aan een maximum duur van 15 jaar voor ‘oude gevallen’. 's Hofs uitleg van het echtscheidingsconvenant ziet eraan voorbij dat de in art. Ⅱ van de wet limitering na scheiding vervatte regels van overgangsrecht voorzien in een eigen materiële regeling voor ‘oude gevallen’.
Samenvatting
In deze zaak gaat het om uitleg van een alimentatieregeling in een echtscheidingsconvenant.
Ingevolge de wettelijke limiteringsregeling zijn uitkeringen tot levensonderhoud die door de rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.