NJ 1999, 757
Feitelijke grondslag
HR 08-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2983
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 1999
- Magistraten
Neleman, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/169HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
ZC2983
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2983, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑1999
- Wetingang
Rv (oud) art. 419
Essentie
Feitelijke grondslag. Klacht dat rechtbank rekening had moeten houden met ‘de schriftelijke reactie’, faalt wegens gebrek aan feitelijke grondslag: de bedoelde reactie behoort niet tot de stukken van het geding, doch zij is ook niet in kopie aan de Hoge Raad overgelegd terwijl evenmin wordt meegedeeld wanneer en op welke wijze zij aan de rechtbank is kenbaar gemaakt.
Samenvatting
Eiser is door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen vonnis van de kantonrechter, nu hij in de dagvaarding in hoger beroep niet de middelen heeft vermeld waarop dit beroep was gegrond, zulks overeenkomstig de hem in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.