NJ 1999, 752
Wet BOPZ / onderzoek door psychiater; medewerking betrokkene / hoorplicht rechter: bereidheid betrokkene / motivering
HR 24-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2973
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 1999
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R99/119HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2973
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2973, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑1999
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ. Onderzoek door psychiater; medewerking betrokkene. Hoorplicht rechter: bereidheid betrokkene. Motivering.
Rechtbank heeft kennelijk in onderhavige geval waarin betrokkene nauwelijks bereid was psychiater te woord te staan, geoordeeld dat psychiater gedaan heeft wat redelijkerwijs van hem verwacht kon worden om het vereiste persoonlijk onderzoek te doen plaatsvinden alsmede dat voldoende is komen vast te staan dat betrokkene gestoord is in haar geestesvermogens. Rechtbank had ter voldoening aan de in art. 8 BOPZ neergelegde hoorplicht niet mogen volstaan met de (niet gemotiveerde) overweging ‘dat betrokkene niet bereid bleek zich te doen horen’.
Samenvatting
In deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.