NJ 1999, 755
Uitlating ter comparitie: bindende eindbeslissing? / rechtsverwerking; enkel stilzitten.
HR 24-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2971 (Bleij/Stegman)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 1999
- Magistraten
Roelvink, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/039HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
ZC2971
- Roepnaam
Bleij/Stegman
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2971, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑1999
- Wetingang
Rv (oud) art. 19a; Rv (oud) art. 46; Rv (oud) art. 177; BW art. 6:2
Essentie
Uitlating ter comparitie: bindende eindbeslissing? Rechtsverwerking; enkel stilzitten.
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft oordeel Rechtbank dat Kantonrechter tijdens comparitie niet een bindende eindbeslissing heeft gegeven maar slechts een voorlopig oordeel omtrent geschilpunten die partijen verdeeld hielden. Rechtbank heeft niet miskend dat enkel stilzitten onvoldoende is om rechtsverwerking aan te nemen.
Samenvatting
Werknemer vordert uitbetaling overuren; werkgever bestrijdt dat overuren zijn gemaakt en beroept zich op compensatie, schijn van afstand van recht en rechtsverwerking. Tijdens comparatie behandelt kantonrechter alle verweren en bespreekt hij welke (aan werkgever te verstrekken) bewijsopdracht terzake de compensatie zou resteren indien partijen niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.