NJ 2000, 18
Erfdienstbaarheid van weg; voortdurend?
HR 24-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2970, m.nt. W.M. Kleijn
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 1999
- Magistraten
Mijnssen, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/016HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
ZC2970
- JCDI
JCDI:ADS114719:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2970, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑1999
- Wetingang
BW art. 744 (oud); BW art. 747 (oud); Rv (oud) art. 420; Rv (oud) art. 422
Essentie
Erfdienstbaarheid van weg; voortdurend? Op de regel dat een erfdienstbaarheid van weg of overpad naar oud recht niet voortdurend is in de zin van art. 744 en 747 (oud) BW omdat zij slechts door menselijk handelen kan worden uitgeoefend, kan een uitzondering worden aanvaard in een geval dat veeleer wordt gekenmerkt door het moeten dulden van de permanente aanwezigheid van deuren die op het lijdend erf uitkomen dan door de omstandigheid dat het feitelijk gebruik van beide deuren noodzakelijk met het betreden van het lijdend erf gepaard ging.
Samenvatting
Op elk van twee naast elkaar gelegen percelen (nr. 49 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.