NJ 1999, 754
Erfdienstbaarheid; verlegging en vermindering van genot / uitleg dictum
HR 24-09-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AD3091 (Ledeboer/Oudemans)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 1999
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16852
C97/331HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AD3091
- Roepnaam
Ledeboer/Oudemans
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AD3091, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AD3091, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑1999
- Wetingang
BW art. 5:73
Essentie
Erfdienstbaarheid; verlegging en vermindering van genot. Uitleg dictum.
Uitleg 's Hofs dictum in het licht van de daaraan voorafgaande rechtsoverweging. Ingevolge art. 5:73 lid 2 BW staat niet iedere vermindering van genot van het heersend erf, hoe gering ook, aan verlegging erfdienstbaarheid in de weg, doch slechts een zodanige vermindering dat in redelijkheid moet worden geoordeeld dat sprake is van een vermindering van het genot die aan een verlegging in de weg staat.
Samenvatting
Eigenaar van dienend erf vordert een verklaring voor recht dat hij gerechtigd is tot verlegging van de gevestigde erfdienstbaarheid van weg. Eigenaar van heersend erf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.