NJ 1999, 734
Uitleg CAO; rechtsverwerking / verjaring; stuiting
HR 03-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2956
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, Fleers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/056HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2956
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2956, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑1999
- Wetingang
CAO beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur mobiele kranen art. 26A; BW art. 3:35; BW art. 3:307; BW art. 3:316; BW art. 6:2
Essentie
Uitleg CAO; rechtsverwerking. Verjaring; stuiting.
Bij uitleg CAO Beroepsgoederenvervoer over de Weg moet ervan worden uitgegaan dat voor de opgespaarde ‘tijd-voor-tijduren’ (een bijzondere vorm van overuren), evenals voor overuren het geval is en zoals in de verhouding werkgever-werknemer overigens ook zonder meer voor de hand ligt, steeds een vergoeding wordt ontvangen. Niet blijk van onjuiste rechtsopvatting geeft oordeel dat ‘louter stilzitten’ beroep op rechtsverwerking niet kan dragen. Dagvaarding heeft stuitende werking verjaring.
Samenvatting
Uitleg art. 26A CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de verhuur van mobiele kranen. Werknemer vordert uitbetaling niet-opgenomen tijd-voor-tijduren na beëindiging dienstverband. Werkgever stelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.