NJ 1999, 718
Rectificatie onvolledige dagvaarding
HR 03-09-1999, ECLI:NL:HR:1993:ZC9255 (Faunabescherming/KNVJ)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Van der Putt-Lauwers, Fleers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/036HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC9255
- Roepnaam
Faunabescherming/KNVJ
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC9255, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑1999
- Wetingang
BW art. 6:167; Rv (oud) art. 5; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 407
Essentie
Rectificatie Onvolledige dagvaarding. De rechter is ingevolge art. 6:167 BW vrij om op grond van de omstandigheden van het geval een vordering tot openbaarmaking van een rectificatie af te wijzen en om bij toewijzing van zulk een vordering te bepalen hoe de rectificatie moet worden ingekleed en op welke wijze zij openbaar dient te worden gemaakt. In het midden kan blijven of aan de aan verweersters in cassatie gelaten afschriften van de dagvaarding een bladzijde ontbrak en zo ja, welke gevolgen hieraan moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.