Ondernemingsrecht 1999, 75
HR, 09-07-1999, nr. 33 812
HR 09-07-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2819, m.nt. H.G.M. Dijstelbloem
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 1999
- Zaaknummer
33 812
- Noot
H.G.M. Dijstelbloem
- LJN
AA2819
- JCDI
JCDI:ADS878041:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2819, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2819, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑1999
Essentie
Vennootschapsbelasting
Organschaft; aanzuivering verlies
Uitspraak
Feiten
Belanghebbende X BV heeft in november 1995 door middel van een juridische fusie het vermogen van X-a BV verkregen en is uit dien hoofde de rechtsopvolger van X-a BV. X-a BV (hierna verder te noemen: Holding) vormde voor de heffing van vennootschapsbelasting een fiscale eenheid met onder meer B BV. Laatstgenoemde vennootschap hield alle aandelen in een naar Duits recht opgerichte en in Duitsland gevestigde GmbH. B BV was ‘Kommanditist’ (commanditair vennoot) van een naar Duits recht opgerichte en in Duitsland gevestigde KG, waarvan GmbH ‘Komplementär’ (beherend vennoot) was.
KG hield alle ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.