RvdW 1999, 101
Huur; opzegging wegens dringend eigen gebruik; toekomstige omstandigheden; wederzijdse belangen
HR 18-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2931 (Haagoort/Leeuwenburg)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 1999
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Hartkamp
- Zaaknummer
C98/019HR
- Conclusie
A-G Hartkamp.
- LJN
ZC2931
- Roepnaam
Haagoort/Leeuwenburg
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2931, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑06‑1999
- Wetingang
BW art. 7A:1623c; BW art. 1623e
Essentie
Huur; opzegging wegens dringend eigen gebruik; toekomstige omstandigheden; wederzijdse belangen.
Onjuist is de stelling dat toekomstige omstandigheden nimmer van belang kunnen zijn voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een dringend nodig hebben voor eigen gebruik. Bij de afweging van de wederzijdse belangen mogen geen relevante omstandigheden buiten beschouwing worden gelaten.
Samenvatting
De verhuurder van een woning zegt de huurovereenkomst op wegens dringend eigen gebruik. Hij voert daartoe aan dat de door hem en zijn vrouw bewoonde woning (een oude boerderij) ongelijkvloers, tochtig en vochtig is en er daarom gelet op de gezondheidstoestand van hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.