NJ 1999, 625
Vordering wegens geldlening aan c.v. ingesteld tegen een der vennoten / devolutieve werking appel; niet-prijsgegeven stellingen
HR 11-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2927
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1999
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, Fleers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/027HR
- Conclusie
plv.P-G Mok
- LJN
ZC2927
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2927, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1999
- Wetingang
Rv (oud) art. 332; K art. 20; K art. 21
Essentie
Devolutieve werking appel; niet-prijsgegeven stellingen.
De rechter die in hoger beroep op grond van de aangevoerde grieven tot vernietiging van de bestreden uitspraak komt, kan niet tot toewijzing van het gevorderde beslissen zonder alle relevante in eerste aanleg niet behandelde of behandelde maar verworpen weren opnieuw te bezien, tenzij die verweren in hoger beroep zijn prijsgegeven.
Samenvatting
Vordering wegens geldlening aan c.v. ingesteld tegen een der vennoten. Het hof vernietigde het (afwijzende) vonnis van rechtbank, en wees de vordering toe. Daarbij heeft het hof overwogen dat niet is geappelleerd tegen de vaststelling dat betrokkene als commanditaire vennoot daden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.