NJ 1999, 615
Doorbreking appelverbod 40 lid 3 WTBZ?
HR 11-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2926
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Fleers
- Zaaknummer
C98/006HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
ZC2926
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2926, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1999
- Wetingang
WTBZ art. 40
Essentie
Doorbreking appelverbod art. 40 lid 3 WTBZ? Hof is terecht ervan uitgegaan dat ingevolge art. 40 lid 3 WTBZ tegen de uitspraak van de rechtbank op een verzet geen hogere voorziening openstaat en dat zulks slechts anders is indien de rechter de verzetprocedure van art. 40 WTBZ ten onrechte niet heeft toegepast of buiten het toepassingsgebied ervan is getreden dan wel zodanige essentiële vormen niet in acht heeft genomen dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling niet kan worden gesproken.
Samenvatting
Advocaat legt onbetaald gebleven declaratie ter begroting voor aan de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.