NJ 1999, 586
Aansprakelijkheid bestuurder; ernstig verwijt; tegenstrijdig belang
HR 11-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2925 (Van Dooren/Hendriks)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Herrmann
- Zaaknummer
C98/001HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
ZC2925
- Roepnaam
Van Dooren/Hendriks
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2925, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1999
- Wetingang
BW art. 2:9; BW art. 2:146; BW art. 2:256
Essentie
Aansprakelijkheid bestuurder; ernstig verwijt; tegenstrijdig belang.
Bij beoordeling vraag of bestuurder o.g.v. art. 2:9 BW aansprakelijk is heeft hof terecht onderzocht of de bestuurder een ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt. Nu het aan bestuurder verweten gedrag bestond in het achterwege laten van handelingen op het verrichten waarvan deze niet bedacht behoefde te zijn, kon hof oordelen dat geen sprake was van ernstige verwijtbaarheid en behoefde hof zich door bestaan tegenstrijdig belang niet van dat oordeel te laten weerhouden.
Samenvatting
Vraag of bestuurder van een vennootschap, die in privé aansprakelijk was voor de door de vennootschap geleden schade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.