NJ 2000, 220
Verandering/vermeerdering van eis en verzet; geen hogere voorziening tegen beslissing op verzet.
HR 28-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2914, m.nt. J.B.M. Vranken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16854
C97/333HR
- Conclusie
A-G Bakels
- Noot
J.B.M. Vranken
- LJN
ZC2914
- JCDI
JCDI:ADS63379:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2914, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑1999
- Wetingang
EVRM art. 6; Rv (oud) art. 134
Essentie
Verandering/vermeerdering van eis en verzet; geen hogere voorziening tegen beslissing op verzet.
Tegen de beslissing waarbij de rolrechter verzet tegen een wijziging van eis gegrond heeft bevonden, is geen hogere voorziening toegelaten, ook niet ingeval deze bepaling ten onrechte dan wel met verzuim van essentiële vormen is toegepast of ten onrechte buiten toepassing is gelaten. Overigens in casu geen schending beginsel hoor en wederhoor.
Samenvatting
In een geding omtrent de afwikkeling van een nalatenschap verandert/vermeerdert een van de erfgenamen in hoger beroep zijn eis. De gedaagden verzetten zich hiertegen; de rolraadsheer verklaart het verzet gegrond. Daartegen wordt in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.