NJ 2001, 630
Faillissement; vermogen failliet. Kinderbijslag en beslag
HR 21-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2908, m.nt. C.A.J.M. Kortmann (Bahceci/Van der Zwan e.a.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 mei 1999
- Magistraten
Neleman, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/149HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
C.A.J.M. Kortmann
- LJN
ZC2908
- Roepnaam
Bahceci/Van der Zwan e.a.
- JCDI
JCDI:ADS157865:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2908, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑05‑1999
- Wetingang
Essentie
Faillissement; vermogen failliet. Kinderbijslag en beslag.
De op verzoek van de gerechtigde op de bankrekening van een ander vóór diens faillissement bijgeschreven bedragen zijn tot het vermogen van die ander gaan behoren. Art. 23 lid 1 onder c AKW dat bepaalt dat kinderbijslag niet vatbaar is voor beslag behoudens voorzover dienende tot verhaal van een uitkering tot levensonderhoud van het kind, heeft slechts betrekking op de vordering van degene die tot kinderbijslag is gerechtigd op de SVB.
Samenvatting
Op verzoek van gerechtigde wordt een aantal bedragen ten titel van kinderbijslag bijgeschreven op de bankrekening van derden. Na bijschrijving ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.