NJ 2000, 13
Antilliaanse zaak. Executiegeschil; dwangsom en ‘onmogelijkheid’; maatstaf; notaris/hulppersoon. Passeren bewijsaanbod.
HR 21-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2906
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 mei 1999
- Magistraten
Martens, Neleman, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
R98/018HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
ZC2906
- JCDI
JCDI:ADS143671:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2906, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑05‑1999
- Wetingang
Rv (Ned. Antillen) art. 491; Rv (oud) art. 192; Rv (oud) art. 611d
Essentie
Antilliaanse zaak. Executiegeschil; dwangsom en ‘onmogelijkheid’; maatstaf; notaris/hulppersoon. Passeren bewijsaanbod.
Ook naar Antilliaans recht geldt dat veroordeelde die in onmogelijkheid verkeert (tijdig) aan veroordeling te voldoen geen dwangsommen verbeurt; er is (ook) van onmogelijkheid sprake ‘indien het onredelijk zou zijn meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen dan de veroordeelde heeft betracht’. Degene die notaris opdracht geeft tot opheffing beslag en die doorhalingsvolmacht tekent, mag erop rekenen dat notaris opdracht tijdig zal uitvoeren. Passeren bewijsaanbod als ‘niet nader gemotiveerd’ terecht bestreden.
Samenvatting
Namens beslaglegger, die in kort geding is veroordeeld tot opheffing van het beslag op straffe van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.