NJ 1999, 497
Verzekeringsovereenkomst / contractsoverneming: instemming
HR 23-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2897
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16788
C97/267
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2897
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2897, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑1999
- Wetingang
BW art. 3:37; BW art. 6:159
Essentie
Verzekeringsovereenkomst. Contractsoverneming: instemming. Verzekeringnemers kunnen ook zonder een ‘duidelijke’ verklaring met de overgang van rechten en plichten uit de verzekeringsovereenkomst hebben ingestemd. Een verklaring kan immers ook in een zwijgen besloten liggen.
Samenvatting
In dit geding heeft een assurantietussenpersoon onder meer gevorderd dat voor recht zal worden verklaard dat de overdracht door de verzekeringsmaatschappij van rechten en verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten van schade- en/of levensverzekering behorend tot de portefeuille van de tussenpersoon aan een andere verzekeringsmaatschappij, geen rechtsgevolg heeft jegens de verzekeringnemers en/of de assurantietussenpersoon, behoudens ten aanzien van die verzekeringsnemers die uitdrukkelijk met zodanige overdracht hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.