IER 1999, 29
HR, 16-04-1999, nr. 9098, nr. R97/163: Bigott-Batco/Doucal
HR 16-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2889, m.nt. F.W. Grosheide (Bigott-Batco/Doucal)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 april 1999
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
9098
R97/163
- Noot
F.W. Grosheide
- LJN
ZC2889
- Roepnaam
Bigott-Batco/Doucal
- JCDI
JCDI:ADS875685:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2889, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑04‑1999
Samenvatting
Bigott-Batco/Doucal
Bij beantwoording van de vraag of een werk voldoende oorspronkelijk karakter heeft als vereist voor ‘auteursrechtelijk’ werk is beslissend de situatie ten tijde dat het voortbrengsel is gemaakt. Bij beantwoording van de vraag of sprake is van merkinbreuk dient de rechter meer gewicht toe te kennen aan de punten van overeenstemming dan aan die van verschil; de rechter moet ook de andere relevante omstandigheden in zijn oordeel betrekken; motiveringsplicht. Ingeval een beeldmerk tevens een ‘auteursrechtelijk’ werk is, kan de gerechtigde tot het beeldmerk zich van de uit elk van de betrokken wettelijke regelingen voortvloeiende beschermingsmiddelen bedienen, tenzij uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.