NJ 1999, 657
Band tussen verzoek echtscheiding en verzochte nevenvoorzieningen / beperkte strekking voorlopige voorziening
HR 09-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2892, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 april 1999
- Magistraten
Martens, Neleman, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/084
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
ZC2892
- JCDI
JCDI:ADS161115:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2892, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑1999
- Wetingang
BW art. 1:165; BW art. 3:303; Rv (oud) art. 822
Essentie
Band tussen verzoek echtscheiding en verzochte nevenvoorzieningen. Beperkte strekking voorlopige voorziening.
Indien echtscheiding door eerste rechter is uitgesproken voordat over nevenvoorzieningen is beslist, kan slechts op grond van door appellerende echtgenoot aangevoerde bijzondere omstandigheden het hoger beroep worden gebezigd teneinde te bewerkstelligen dat de band tussen het verzoek tot echtscheiding en de verzochte nevenvoorzieningen wordt hersteld en dat tezelfder tijd wordt beslist op die verzoeken. Gezien de beperkte strekking van de voorlopige voorzieningen vormt niet een zodanige bijzondere omstandigheid de omstandigheid dat de vrouw de echtelijke woning, waarvan het gebruik bij voorlopige voorziening aan haar was toegewezen, als bedrijfspand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.