RSV 1999, 197
HR, 26-03-1999, nr. R98/082HR
HR 26-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC3206, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 1999
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
R98/082HR
- Noot
R. Stijnen
- LJN
ZC3206
- JCDI
JCDI:ADS66512:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC3206, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑1999
- Wetingang
Essentie
Waar de Algemene Bijstandswet spreekt van bijstand in de vorm van een geldlening, heeft zij het oog op de overeenkomst naar burgerlijk recht
Samenvatting
Waar de Algemene bijstandswet in de art. 4, 4a en 7a in de destijds geldende tekst sprak, en art. 21 en 22 Abw thans spreken, van bijstand in de vorm van een geldlening, had en heeft zij het oog op de overeenkomst naar burgerlijk recht, hoezeer ook door de gemeente aangegaan op grond van een bestuursrechtelijk besluit, bij welke overeenkomst deze de betrokkene een som geld ter leen verstrekt.
De verbintenis van deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.