NJ 1999, 496
In geding brengen geluidsband / hoor en wederhoor
HR 19-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2874
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Fleers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/176
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
ZC2874
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2874, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1999
- Wetingang
Rv (oud) art. 147; Rv (oud) art. 179
Essentie
In geding brengen geluidsband. Hoor en wederhoor.
Voor het in het geding brengen van een geluidsband is — evenals voor schriftelijk bewijs — noch toestemming van de wederpartij noch verzoek van de wederpartij, noch een verzoek of opdracht van de rechter vereist. Partij heeft geluidsband niet in geding gebracht hoewel haar dit vrijstond; Hof was niet verplicht alsnog gelegenheid tot deponeren ter griffie te geven. Aan partij komt niet recht toe harerzijds te antwoorden op door Hof gevraagde reactie (van wederpartij) op haar in memorie van antwoord gedane aanbod.
Samenvatting
Voor het begin van de onderhavige procedure deelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.