NJ 1999, 644
Arbeidsovereenkomst / ontbinding met schadevergoeding; ‘exclusieve werking’? / verjaring vordering ter zake vakantiedagen; redelijkheid en billijkheid
HR 05-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2866, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 1999
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
16644
C97/123HR
- Conclusie
A‑G Spier
- Noot
P.A. Stein
- LJN
ZC2866
- JCDI
JCDI:ADS113778:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2866, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑1999
- Wetingang
BW art. 6:2; BW art. 7:611; BW art. 7:641; BW art. 7:685; BW art. 7A:1638z (oud); BW art. 7A:1638ll (oud); BW art. 7A:1639w (oud)
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontbinding met schadevergoeding; ‘exclusieve werking’? Verjaring vordering ter zake vakantiedagen; redelijkheid en billijkheid.
Beroep op verjaring (van vorderingsrechten tot toekennen vakantie) kan slechts onder uitzonderlijke omstandigheden in strijd met redelijkheid en billijkheid komen. Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient het resultaat van de rechterlijke toetsing aan de eisen van redelijkheid en billijkheid in beginsel ten volle tot uitdrukking te komen in de hoogte van de schadevergoeding zodat daarnaast voor zodanige toetsing en voor verdere schadevergoeding geen plaats is.
Samenvatting
Arbeidsovereenkomst is na langdurige arbeidsongeschiktheid werknemer ontbonden door de kantonrechter, onder toekenning van een vergoeding. Thans vordert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.