NJ 1999, 716
Telefoonverkeer 10 EVRM ; inmenging gerechtvaardigd?
HR 26-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2862, m.nt. E.J. Dommering (Antelecom)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 1999
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
9075
R97/140
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
E.J. Dommering
- LJN
ZC2862
- Roepnaam
Antelecom
- JCDI
JCDI:ADS63716:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Informatierecht / Telecommunicatie
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2862, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑1999
- Wetingang
Essentie
Telefoonverkeer. Art. 10 EVRM; inmenging gerechtvaardigd?
Antilliaanse zaak. Art. 10 EVRM is ook van toepassing op telefoonverkeer: art. 8 geen lex specialis. 's Hofs oordeel dat de gewraakte maatregelen een inmenging als bedoeld in art. 10 lid 1 inhouden, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting tegen de achtergrond van het gegeven dat de gewraakte maatregelen (‘het opzettelijk storen van call back-lijnen’) een ingreep van bijzondere aard inhouden in bestaande telefonievoorzieningen doordat zij het internationaal telefoneren beperkten door dit aanzienlijk duurder te maken. Het betoog dat zonder die beperking een zo aanzienlijke inkomstenderving wordt geleden dat geen onderhoud en vernieuwing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.