AB 1999, 303:Aansprakelijkheid staat wegens inbeslagneming goederen in het kader van een strafrechtelijke procedure; strafvordering niet ontvankelijk wegens overschrijding redelijke termijn van art. 6 EVRM; vordering tot ontrekking aan het verkeer eveneens niet ontvankelijk. Trage opheffing beslag en teruggave goederen; beklag over uitblijven last tot teruggave alleen op grond van art. 552a SV; wel civielrechtelijke aansprakelijkheid indien door dit uitblijven schade is ontstaan. Art. 50 EVRM staat aan het hanteren van verjaringsregels niet in de weg. Vergoeding compensatoire rente.

AB 1999, 303

Aansprakelijkheid staat wegens inbeslagneming goederen in het kader van een strafrechtelijke procedure; strafvordering niet ontvankelijk wegens overschrijding redelijke termijn van art. 6 EVRM; vordering tot ontrekking aan het verkeer eveneens niet ontvankelijk. Trage opheffing beslag en teruggave goederen; beklag over uitblijven last tot teruggave alleen op grond van art. 552a SV; wel civielrechtelijke aansprakelijkheid indien door dit uitblijven schade is ontstaan. Art. 50 EVRM staat aan het hanteren van verjaringsregels niet in de weg. Vergoeding compensatoire rente.

Documentgegevens:

HR 29-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2832, m.nt. Th.G. Drupsteen

Instantie: Hoge Raad
Datum: 29 januari 1999
Magistraten: Roelvink, Neleman, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
Zaaknummer: 16713
C97/192
Conclusie: A-G Bakels
Noot: Th.G. Drupsteen
LJN: ZC2832
JCDI: JCDI:ADS246236:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:ZC2832, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1999
Wetingang: BW art. 6:162; Sv art. 552a; EVRM art. 50

Essentie

Aansprakelijkheid staat wegens inbeslagneming goederen in het kader van een strafrechtelijke procedure; strafvordering niet ontvankelijk wegens overschrijding redelijke termijn van art. 6 EVRM; vordering tot onttrekking aan het verkeer eveneens niet ontvankelijk. Trage opheffing beslag en teruggave goederen; beklag over uitblijven last tot teruggave alleen op grond van art. 552a SV; wel civielrechtelijke aansprakelijkheid indien door dit uitblijven schade is ontstaan. Art. 50 EVRM staat aan het hanteren van verjaringsregels niet in de weg. Vergoeding compensatoire rente.

Samenvatting

R.o. 5 van het arrest van het hof moet aldus worden verstaan dat naar 's hofs oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.