NJ 1999, 665
Misleidende reclame; kort geding / bewijslast; bewijslevering / 10 EVRM
HR 15-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2817, m.nt. D.W.F. Verkade (Procter & Gamble/Kimberly Clark)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 januari 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
16734
C97/231
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
ZC2817
- Roepnaam
Procter & Gamble/Kimberly Clark
- JCDI
JCDI:ADS63368:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Informatierecht / Reclame
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2817, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑01‑1999
- Wetingang
BW art. 6:195; Rv (oud) art. 177; Rv (oud) art. 289
Essentie
Misleidende reclame; kort geding. Bewijslast; bewijslevering. Art. 10 EVRM.
Gelet op het bepaalde in art. 6:195 BW lag het op de weg van de reclamemaker om zijn superioriteitsclaim aannemelijk te maken. Het hof was niet gehouden criterium aan te leggen of waarschijnlijk is dat reclamemaker in bodemprocedure in bewijslevering zal slagen. Hof behoefde zich niet op grond van de beperkingen inherent aan een kort geding als het onderhavige, bij de beoordeling van het bewijsmateriaal te laten weerhouden van bekrachtiging van het gegeven verbod.
Bescherming van art. 10 EVRM strekt zich in beginsel uit tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.