NJ 1999, 342
Vernietigbaarheid wegens bedreiging / overleggen processtukken uit andere procedure
HR 08-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2810 (B./R.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 januari 1999
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/039
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2810
- Roepnaam
B./R.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2810, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑01‑1999
- Wetingang
BW art. 3:44; BW art. 6:162; Rv (oud) art. 5; Rv (oud) art. 141; Rv (oud) art. 176
Essentie
Vernietigbaarheid wegens bedreiging. Overleggen processtukken uit andere procedure.
Bedreiging in de zin van art. 3:44 lid 2 BW is ook aanwezig wanneer het toebrengen van het nadeel waarmee bedreigd wordt op zichzelf niet onrechtmatig is doch het bedreigen ermee wegens het beoogde doel dan wel wegens de wijze waarop of de omstandigheden waaronder het plaatsvindt onrechtmatig is. Het overleggen in geding van processtukken uit andere procedure met de verklaring dat de inhoud daarvan als ‘hier herhaald en geïnsereerd’ heeft te gelden, is niet voldoende om hetgeen in die stukken aan stellingen en feiten is te vinden te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.