NJ 1999, 270
Wet BOPZ / ‘paraplu-machtiging’; geoorloofdheid
HR 11-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2802
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 1998
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/144
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2802
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2802, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑1998
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ. ‘Paraplu-machtiging’; geoorloofdheid.
Terecht wordt niet bestreden de geoorloofdheid van zgn. ‘paraplu-machtiging’, d.w.z. machtiging tot voortgezet verblijf die bedoeld is om ten uitvoer te worden gelegd indien betrokkene die ten tijde verlening machtiging niet meer in psychiatrisch ziekenhuis verbleef, (verdere) medewerking weigert aan behandeling die noodzakelijk is om gevaar voor hemzelf of voor anderen af te wenden.
Samenvatting
Bij de in casu door de rechtbank verleende machtiging tot voortgezet verblijf van verzoeker gaat het om een machtiging die bedoeld is om ten uitvoer te worden gelegd indien verzoeker, die ten tijde van het verlenen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.