NJ 1999, 269
Onjuiste partij-aanduiding; rectificatie / stuiting verjaring; aanvulling feitelijke grondslag
HR 04-12-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2798
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 december 1998
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16733
C97/212
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC2798
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2798, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑12‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2798, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑1998
- Wetingang
BW art. 2019 (oud); BW art. 3:318; Rv (oud) art. 5; Rv (oud) art. 91; Rv (oud) art. 94; Rv (oud) art. 176
Essentie
Onjuiste partij-aanduiding; rectificatie. Stuiting verjaring; aanvulling feitelijke grondslag.
Ook omstandigheid dat verscheidene rechtspersonen met op elkaar gelijkende namen bij geschil betrokken zijn, staat niet in de weg aan rectificatie van vergissing gemaakt bij aanduiding van eisende rechtspersoon in dagvaarding, mits die vergissing voor gedaagde kenbaar was, de gedaagde niet wordt benadeeld of in verdediging geschaad en rectificatie tijdig plaatsvindt. Nu eiser/appellant wel heeft aangevoerd dat verjaring was gestuit door aanmaningen maar niet dat deze was gestuit door een erkenning, heeft het hof de feitelijke grondslag van het beroep op stuiting in strijd met art. 176 Rv aangevuld. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.