RvdW 1998, 223
Huur van bedrijfsruimte. Tekortkoming en ontbinding. Schadestaatprocedure; bewijs schade.
HR 27-11-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2789 (De Bruin/Meiling)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 1998
- Magistraten
Neleman, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16724
C97/203
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2789
- Roepnaam
De Bruin/Meiling
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2789, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑1998
- Wetingang
BW art. 6:265; BW art. 7A:1636; Rv art. 612
Essentie
Huur van bedrijfsruimte. Tekortkoming en ontbinding. Schadestaatprocedure; bewijs schade.
Ook bij huur van bedrijfsruimte geldt de algemene regel dat wanprestatie in de regel ontbinding wettigt, tenzij de rechter — alle omstandigheden in aanmerking nemend — tot de slotsom komt dat de wanprestatie zo weinig ernstig van aard of betekenis is dat de vordering tot ontbinding moet worden afgewezen; de schuldenaar moet zich gemotiveerd op deze uitzondering beroepen. Voor toewijzing van vordering tot schadevergoeding op te maken bij staat is voldoende dat mogelijkheid van schade aannemelijk wordt gemaakt.
Samenvatting
Rechtbank oordeelt tekortkomingen huurders voldoende ernstig om ontbinding van huurovereenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.