NJ 1999, 176
Wettelijke rente; aanzegging 1286 BW (oud); overgangsrecht / passeren bewijsaanbod; verboden aanvulling feitelijke gronden; grenzen rechtsstrijd
HR 27-11-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2788
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 1998
- Magistraten
Martens, Neleman, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
16551
C97/030
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2788
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2788, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑1998
- Wetingang
BW art. 1286 (oud); Rv (oud) art. 176; Overgangswet NBW art. 173
Essentie
Wettelijke rente; aanzegging art. 1286 BW (oud); overgangsrecht. Passeren bewijsaanbod; verboden aanvulling feitelijke gronden; grenzen rechtsstrijd.
Art. 1286 is van toepassing ook voor wat betreft de periode na 1 jan. 1992 ingeval het gaat om wettelijke rente over schadevergoeding wegens een vóór 1992 gepleegde onrechtmatige daad. Nu stelling niet is weersproken heeft hof in strijd met art. 176 Rv het verweer ambtshalve aangevuld en is het buiten de grenzen rechtsstrijd getreden met oordeel dat bewijsaanbod moet worden gepasseerd op de grond dat met betrekking tot die stelling onvoldoende is gesteld.
Samenvatting
Rechthebbende op AAW/WAO-uitkering heeft tegen de bedrijfsvereniging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.