NJ 1999, 103
Wet BOPZ; onderzoek door psychiater; motivering
HR 06-11-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2766
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 1998
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/114
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2766
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2766, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑1998
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ; onderzoek door psychiater; motivering.
Onderzoek psychiater in kader van voorlopige machtiging. In geval direct contact niet of beperkt mogelijk is als gevolg van weigering betrokkene mee te werken aan onderzoek dient psychiater dit aan te geven. Rechtbank dient na te gaan of psychiater gedaan heeft wat redelijkerwijs kan worden verwacht om onderzoek te doen plaatsvinden en of voldaan is aan de vereisten voor verlening voorlopige machtiging. Rechtbank kon in casu niet volstaan met algemene motivering.
Samenvatting
Ingevolge art. 5 lid 1 Wet BOPZ moet bij een verzoek tot het verkrijgen van een voorlopige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.