RvdW 1998, 189
Terugvordering bijstand. Gezamenlijke huishouding; voorzien in elkaars verzorging. Aansprakelijkheid.
HR 23-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2757
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 oktober 1998
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
9119
R97/183
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2757
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2757, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑10‑1998
- Wetingang
Essentie
Terugvordering bijstand. Gezamenlijke huishouding; voorzien in elkaars verzorging. Aansprakelijkheid.
Bij beantwoording vraag of is voldaan aan de eisen van art. 5a lid 2 (oud) ABW dienen te worden afgewogen alle waarneembare feiten die niet van subjectieve aard zijn. Van subjectieve aard is de omstandigheid dat huiselijke gezelligheid wordt geboden tegenover verzorging. Als gezinsbijstand verleende bijstand kan niet op voet art. 59a lid 2 (oud) ABW worden teruggevorderd van degene die samenwoont met bijstandsontvanger.
Samenvatting
De gemeente heeft op de voet van art. 5 (oud) AWB naar de norm van een één-oudergezin, een uitkering verstrekt aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.