NJ 1999, 130
Derdenbeslag op bankrekening echtgenote schuldenaar; geëxecuteerde
HR 23-10-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2749 (Derdenbeslag bij algehele gemeenschap van goederen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 oktober 1998
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
16647
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC2749
- Roepnaam
Derdenbeslag bij algehele gemeenschap van goederen
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2749, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑10‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2749, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑1998
- Wetingang
Rv (oud) art. 479; BW art. 1:97
Essentie
Derdenbeslag op bankrekening echtgenote schuldenaar; geëxecuteerde.
In geval man en vrouw in gemeenschap zijn gehuwd moet derdenbeslag voor vordering man op bankrekening die alleen op naam vrouw staat, worden gelegd ten laste van de vrouw omdat zij dan geëxecuteerde is. Beslaglegger behoeft in dergelijk geval niet uittreksel uit huwelijksgoederenregister over te leggen.
Samenvatting
Deze zaak betreft een door de ontvanger gelegd executoriaal derdenbeslag op een bankrekening die staat op naam van de echtgenote van de schuldenaar. De ontvanger heeft de bank op de voet van art. 497 (oud) Rv gedagvaard om verklaring te doen.
In dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.